Naar de oogarts? Zolang hij maar geen bril hoeft en gepest wordt
Ja hoor, het is zover. Mijn kleuter moest naar de schoolarts. Door Corona – en omdat ik zo’n werkende moeder ben die niet altijd op stel en sprong meegaat en een man heb die gelukkig óók weet hoe hij met zijn nageslacht om kan gaan – ging ik niet mee. Toch zat ik ongeduldig op mijn bureaustoel te wippen. Zou alles goed zijn? Hij roept wel vaak dat hij iets niet heeft gehoord. Aan de andere kant, in september was hij nog bij het consultatiebureau en toen was alles in orde. Niets om je zorgen over te maken dus. We hebben een gezonde kleuter die erg lang is voor zijn leeftijd, helaas een verslaving heeft aan zijn iPad dankzij zijn ouders, Pieter Konijn en de Coronacrisis. En nu gelukkig als het goed is, dol wordt op zijn rolschaatsen. Kortom: niets mis met dat kind. “We krijgen een doorverwijzing naar de oogarts,” appte mijn man me na de afspraak.
De oogarts? Hij is vast eigenwijs
“De oogarts? Weet je het zeker? Was hij niet gewoon eigenwijs aan het doen?” kaatste ik direct terug. En ik beken, een deel in mij dacht: ‘Zie je wel, als moeders niet meegaat, gaat het niet goed, hè. Krijgt dat kind diagnoses waar hij helemaal geen last van heeft. Dat kind ziet prima. Hij ziet precies welk stuk chocola ik in mijn mond prop én waar er dan nog meer ligt, welke kat er vandoor gaat met zijn Lego en wat er in de tuin gebeurt.
Nee, eigenwijs was hij blijkbaar niet. Hij had een vork vast en moest de vork in de juiste richting bewegen, gelijk met een plaatje. Als er taart aan de vork had vastgezeten, had hij het vast wel goed kunnen doen. Of hij had de taart opgegeten. “Schat, het is niet zo verwonderlijk. Kijk naar zijn vader.” Jop heeft gelijk, ook hij heeft een bril. Maar aan de andere kant, ik dus niet. Als enige van de familie, overigens. Ik zit de hele dag met mijn snufferd in een beeldscherm voor mijn werk, dus als mijn ogen nog goed zijn, waarom die van hem niet? En stel ik me nu aan? Ja, enorm.
Zijn oren werken wel
“Was verder wel alles goed?” Straks blijkt dat hij ook nog andere problemen heeft.
“Zijn lengte vlakt wat af in combinatie met zijn gewicht.”
“Oh jee. Ik wist het. Wordt hij dik?” Ik beken. Ik ga van relaxte moeder naar panikerende helicoptermoeder in een split second. Ik ben mijn hele jeugd gepest met mijn gewicht en hoewel ik nog steeds overgewicht heb, wil ik dit dus absoluut niet voor mijn kind. Projectie, ik weet het.
“Nee, natuurlijk niet! Hij valt perfect binnen de curve.” Oh ja, die verrekte curve. “We moeten het gewoon in de gaten houden.” Natuurlijk, de alombekende woorden die elke ouder minstens vijftienduizend keer hoort nog voor hun kroost vijf is.
“Zijn oren werken wel goed,” zegt Jop. “Waarom hij die dan niet gebruikt, weet ik niet.” Dit was toch altijd wel een zorg bij enkele opa’s en oma’s. Hij luistert niet, vraagt 100 keer op een dag: ‘wat zeg je?’ maar dat heeft dus niets met zijn gehoor te maken. Niet eigenwijs met vorkjes in de juiste richting zetten, wel Oost-Indisch doof. Heeft hij ook van zijn vader.
First world problems, ik beken
Er zijn nu vast moeders die dit lezen terwijl hun rechteroog stuiptrekkingen vertoont. Waar máákt deze troela zich druk over? Haar gezonde vierjarige heeft een doorverwijzing naar de oogarts omdat hij van veraf niet zo goed iets kan zien. Er zijn tal van kinderen met ernstigere problemen en dat realiseer ik me ook. Alleen zo werkt het moederbrein niet altijd. Je wil dat jouw kind perfect is, gezond is en zeker niet voor zijn tiende een bril op zijn gezicht heeft van modelletje ‘PEST ME IK BEN DOM’. Want dat kinderen wreed zijn, dat zie ik al bij mijn vierjarige en zijn vriendjes.
“Ik snap dat je niet wil dat je kind gepest wordt. Maar als hij niets ziet, is dat zieliger.”
Het bezoekje aan de oogarts is preventief, maar toch bedenk ik me al of ik gewoon even een iPad-ban moet inschakelen. De ogen van kinderen gaan nu eenmaal sneller en sneller achteruit. En het is niet alleen dat ik bang ben dat mijn kind gepest wordt, maar ook omdat ik wil dat zijn ogen gezond zijn.
“Ik snap dat je niet wil dat je kind gepest wordt. Maar als hij niets ziet, is dat zieliger.” Jop legde de vinger op de zere plek en nadat ik de telefoon ophing en dit artikel tikte, realiseerde ik me dat ik niet alleen bang ben dat hij gepest wordt. Ik zie meer gevaren. Als je op je vierde een bril krijgt, welke gevolgen heeft dit voor zijn verdere leven?
Mijn eigen vader is bijna blind en ik heb gezien hoeveel pijn dat doet. Hoe ik automatisch mijn vaders arm vastpak als hij een trap afgaat, omdat hij niet altijd de laatste trede ziet, dat ik weer scherp sta als hij een bezoek aan de oogarts heeft gebracht om te kijken wat nu zijn zicht is en dat ik dankbaar ben voor alle technieken die er nu zijn.
Want laten we dat vooropstellen: ik ben dankbaar voor oogartsen die mijn vader een deel van zijn zicht hebben kunnen teruggeven. En als we het in dat licht stellen, is het dan niet belachelijk dat ik bang ben dat mijn kind gepest wordt omdat hij een bril draagt? Ook al heeft hij een bloempotkapsel, draagt hij een haarstrik en een rond brilletje op zijn neus, als hij met zelfvertrouwen rondbanjert, kan ik alleen maar trots zijn en hem leren dat pesten en gepest worden, niet oké is. En wat er ook gebeurt, dat ik toch vooral mijn eigen angsten niet op hem projecteer.